zondag 26 juni 2011

inspiratie


Inspiratie komt op de stille momenten, als er even geen actie hoeft te zijn.
Schrijven is een eenzame bezigheid, niet sociaal en erg egocentrisch.
‘Als ik een vrouw was zou ik nooit een schrijver trouwen. Je bent de saaiste persoon op aarde, want je bent altijd aan het schrijven, en als je niet zit te schrijven, staar je naar het plafond.’
Dit is een uitspraak van Antonio Lobo Antunes, een Portugese schrijver.
Een roman schrijven blijkt ook mogelijk als je voortdurend gestoord wordt en opnieuw moet beginnen.
Ik zit in de woonkamer terwijl de conversatie doorgaat, en zeg soms zelf ook wat.
Het blijkt dat vrouwen die schrijven multi-taskers zijn: ze kunnen aan hun roman werken terwijl de kinderen in de zelfde kamer aan het spelen zijn. Het is niet ideaal, maar het kan.
In mijn roman komt een kat voor. Het blijkt:, dat is wetenschappelijk onderzocht (en dan is het waar toch?)
dat naarmate de hooge waarvan een kat naar beneden valt groter is, de kans dat hij/zij het er levend afbrengt, groter is. De vraag is: valt die kat in mijn boek, of niet?

dinsdag 21 juni 2011

vierde bericht van de beginnende schrijfster

’s Nachts komt er gelukkig weer inspiratie.
Ik weet waar die ene zin naar toe met waar mijn oog aan blijft haken. En ik weet ook dat ik een ondeugd moet ontdekken bij één van mijn hoofdpersonen. Ik moet aannemelijk maken dat de andere hoofdpersoon tot de dappere daad komt die ik al heel vroeg in het proces voor ogen had.
En ik lees in het boek: ‘Vrouwen die schrijven leven gevaarlijk,’
dat je voor schrijven geen grote investeringen hoeft te doen, en er veel geld mee kan verdienen zoals met brio is bewezen door J.K.Rowling. Het staat er echt, brio.
Brio,bakt en braadt beter, maar schrijft het ook?
Ik schat dat er brille moet staan. En geen grote investering? Niet in materiaal misschien, maar het feit dat je verslaafd raakt en soms moet kiezen tussen leven en schrijven vind ik best een grote investering.
Het is me gelukt iets te knippen en te plakken en het niet onderweg kwijt te raken.
Het wordt nog wat tussen mij en die computer

zondag 19 juni 2011

Aardig gevonden willen worden is een levensgrote valkuil.
Het maakt dat je op het laatst zelf niet meer weet wie je was voordat je je best begon te doen.
Een van mijn hoofdpersonen maakt zich er schuldig aan, en ik kwam er achter na het verhaal over haar voor de zoveelste keer door te lezen.
Hoe maak ik dat ze er zelf achter komt? Komt ze er achter? Dat weet ik nog niet, maar het is wel een aandachtspunt.
Ik lees in: hoe schrijf ik een boek in zes dagen, dat je twee versnellingspunten moet inbouwen, eentje op een kwart van je verhaal, en eentje op driekwart. Vanaf dat laatste punt dender je op de ontknoping af.
Aha. Check dat.
Van mijn leraar bij de cursus korte verhalen schrijven hoorde ik dat ik vloeiend schrijf, maar op moet passen voor het gebruik van clichés.
Dus ik ben heel streng als ik het verhaal daarop doorlees. Het is inderdaad heel makkelijk om te schrijven: “haar hart zwelt”, getver, denk ik dan bij herlezing.
Ik ga me fijn te buiten in het rondstrooien van Bijbelteksten. Dat mag van mij.

vrijdag 17 juni 2011

In middels zit ik in Engeland achter de laptop, druk bezig met het verhaal.
Ik weet steeds minder of het nou boeiend is of niet voor anderen.
Dit is waarschijnlijk wat je hoort als schrijvers vertellen dat het helemaal geen lolletje is om te schrijven. Het is een eenzame bezigheid. Ik merk dat ik wel meega op excursie, en ik geniet van de omgeving en van het contact met de Engelsen, die allemaal even aardig zijn en bereid een praatje aan te knopen. Ik heb maar niet aan de slager van het dorp verteld dat ik vegetariër ben; hij is de enige die het heeft volgehouden hier een winkel te runnen.
Als ik kans zie achter die laptop te kruipen doe ik het.
Ik lees ‘The secret garden’ van Frances Hodgson  Burnett geschreven in 1911; erg leuk en al is het gedateerd, het is origineel en ik probeer te achterhalen wat me boeit aan het verhaal.
Ik merk ook dat ik alles wat ik lees nu beoordeel: is dit iets wat de toets van mijn kritiek kan doorstaan? Vermoeiend hoor. In mijn eigen verhaal mis ik nog de humor. Mensen die me kennen weten dat ik in het dagelijks leven graag de humor van de dingen zie, dus het verbaast me een beetje. Het zal wel aan het onderwerp liggen, maar ik probeer er toch iets aan te doen, als dat mogelijk is.