zaterdag 8 december 2012

Publieksprijs!

Trouwe blogvolgers weten misschien nog dat ik vorig jaar ook mee deed met de jaarlijkse schrijfwedstrijd van Gelderland. Toen werd ik vierde met 'De witte neger'.
Nu had ik weer iets ingestuurd, en deze keer was ik tot mijn verrassing een van de drie genomineerden. Tjonge, dan mag je je verhaal dus voorlezen voor het aanwezige publiek (grotendeels medeschrijvers plus aanhang). Ik had me hier niet op voorbereid en kreeg het al voorlezend bijna te kwaad, omdat het verhaal half autobiografisch is en nogal dramatisch. Kennelijk maakte die emotionele voorleesact indruk, want ik kreeg de publieksprijs!
De juryprijs ging naar Suzanne van Boven; en een medecursist van Gerard van Emmerik, Nina Bakker, was ook genomineerd. Feest dus. Ik lag te stuiteren in mijn bed, maar ben uiteindelijk toch in slaap gesukkeld. Voor de liefhebbers hieronder het verhaal:

Azuurblauw II (oktober 2012)

Het glas komt op me af, het lijkt alsof de ruimte waarin we staan te klein is voor het tafereel er achter. Ik word tegen het raam gedrukt. Ik moet wel kijken en zie een grote berg bloemen en de onvermijdelijke kist. Wit fluweel, goedkoop hout, grenen schat ik. Mijn blik gaat verder en ik stuit op het bleke gezicht van een man. Als ik mijn ogen dichtknijp en voorzichtig door mijn oogharen kijk zie ik er het gezicht van mijn vader in. Mijn dode vader. Mijn vader was blond, zijn haren altijd met een beetje Brylcreem glad naar achteren gekamd. Het glas doet me denken aan koel water, het koele water van de zee waarin we zwommen. Door hier zo staan lijkt het alsof ik weer kopje onder ga. Ik probeer de golven misselijkheid die door me heen gaan niet te voelen. Mijn man knijpt zachtjes in mijn hand. We staan dicht bij elkaar, ik ruik dat hij zweet. Mijn oksels zijn ook nat. Achter mij worden de mensen ongeduldig. Er zijn veel bezoekers, veel te veel mensen die mijn verhaal niet kennen. Ik stap opzij en daar staat de volgende al, gretig turend door het streeploze glas. Ik wil weer naar buiten, frisse lucht zal me goed doen.

Ik zie mezelf weer staan, in een kort wit zomerjurkje met rode bloemen, een rode strik in mijn krullen. Mijn vader tilt me op en zwaait me in het rond, zo komt de geur van de brillantine in zijn blonde haar dichtbij. Hij lacht, zijn blauwe ogen worden nog blauwer en ik zie het grijs aan de randjes. We staan op een kiezelstrand en je kunt de zee ruiken, de geur van dode microben en verrotte vis. Toch wil ik er naar toe, de golven in. Mijn vader kleedt me uit, zorgvuldig legt hij onze kleren op het strand. Netjes gevouwen liggen daar naast elkaar zijn korte broek en mijn bloemenjurk. Hij pakt mijn badpakje uit de grote strandtas en trekt het me aan. Zijn grote handen voelen vertrouwd. Mijn eerste badpak is mijn trots, ik streel de niet bestaande ronding van mijn heupen waar dit wonder in geel en paars, mijn lievelingskleuren, overheen is gegleden. Mijn haren waaien omhoog uit mijn gezicht. Er staat hier altijd een passaatwind, dat kun je zien aan de enkele boom die stand heeft gehouden, de kruin kijkt strak één kant uit. In de wind hoor ik vaak muziek, alsof er ver weg iemand zachtjes op een fluit blaast. Mijn vader pakt mijn hand en als we bij de branding aankomen tilt hij me weer op en neemt me mee het water in. Onwaarschijnlijk azuurblauw water. Ik kijk om en zie mijn moeder zwaaien, een stipje nog maar onder de grote parasol.

Ik word losgelaten, ik glijd uit mijn vaders armen en ga kopje onder. Proestend, met het zoute water in mijn neus en mond kom ik weer boven. Waar is hij gebleven? Ik voel me plotseling alleen, de mooie vissen in het blauw kunnen dat gevoel niet wegnemen. Als een sirene begin ik te schreeuwen, maar het geluid van de golven overstemt me. Weer ga ik kopje onder.
Mijn vader, ik kan hem niet vertrouwen. Elke nieuwe slok zout water pepert het me in. Hij verschijnt en verdwijnt, ik kan me hem niet anders herinneren. Hij is geen rots in de branding, geen vuurtoren waar ik me naar kan richten, nee, hij lijkt meer op het flakkerend licht van een zaklantaarn in een donkere nacht. Ik voel twee armen en twee benen, die zich om mijn lijfje heen vouwen. Het is een intiem moment, als we weer boven water zijn sla ik mijn armen om hem heen en kus hem waar ik hem maar raken kan. Hoog boven de golven zwaait hij me weer in het rond. Hij ruikt naar de zee, het zout van de zee. Mijn vader en ik, we zijn onafscheidelijk.

Ik sta weer met mijn voorhoofd tegen het koude raam gedrukt. Ik ben hier elke maand wel een keer, de mensen die hier werken kennen mij. Het glas is hard, hard en onbuigzaam, waar het water koel en heerlijk vloeibaar was. Mijn armen hangen naar beneden, het is lang geleden dat ik ze om mijn vader heen sloeg. Ik draai me om, die man daar achter het glas is mijn vader niet. Mijn verwekker is spoorloos; in het niets opgelost en nooit meer terug gevonden.
Het azuurblauwe water heeft hem niet lang na ons avontuur in zee ingehaald toen hij in zijn eentje de golven indook en niet meer bovenkwam. De kist wordt gesloten, ik zie het vanuit mijn ooghoek gebeuren. Ik schreeuw nog één keer zijn naam. Ik ben weer die sirene van toen, tot ik word meegenomen naar buiten. Het geluid van de golven zit nog in mijn oren, het overstemt mijn schreeuwen, ook nu hoort hij me niet. Het schreeuwen zit diep verstopt in mijn buik. Onhoorbaar.

vrijdag 2 november 2012

Nieuws van het front


Gisteren werd mijn boek serieus besproken door de leeskring.
Spannend! Diverse mensen hebben het boek inmiddels gelezen, en ik kreeg griezelig weinig commentaar. Dat kwam mijn zelfvertrouwen niet ten goede. Er zijn inmiddels gelukkig wel een paar lieve en leuke opmerkingen geplaatst . Een lezer vond dat de laatste seks-scene wel weg had gekund. Wat ik gisteravond meekreeg was onder andere dat de 'alwetende verteller' soms wat te veel de overhand had. Daar kon ik het mee eens zijn. En iedereen verbaasde zich over de bijbelteksten die een ongelovige als ik toch maar gebruikte. We hebben het nog gehad over de voors en tegens van een boek lezen waarbij je niets weet van de achtergrond van de schrijver. Ik heb geprobeerd uit te leggen waarom ik  voor dit verhaal heb gekozen, en hoe de karakters zich ondanks mijzelf ontwikkelden. Ook vond iemand dat ik het mezelf wel moeilijk had gemaakt door een aantal redelijk bizarre figuren bij elkaar te halen. Maar ze vonden het allemaal boeiend en spannend genoeg om na de eerste bladzijden door te lezen, ze wilden weten hoe het afliep. Dat vond ik postitief. Iemand noemde de opening heel sterk. Daar heb ik ook erg mijn best op gedaan. En er was iemand die het op het scherm heeft zitten lezen die normaal gesproken een hekel heeft aan lezen op die manier. Heel knap. En over lezen op een scherm gesproken, ik kreeg ook gisteren een langverwacht bericht binnen:

Hallo Ellen,
Het heeft even geduurd, maar dan heb je ook wat!
We hebben eindelijk de ingang gevonden om jou en nog twee boeken als ebook in de apple ebookstore te plaatsen.
Bijgaand mail ik je de opmaak van het binnenwerk. Graag je reactie en eventuele aanpassingen.
Kun je ook de eventuele goedkeuring op het omslag geven?
Als dat rond is, kan ik een isbn nummer aanvragen, speciaal voor deze ebookuitgave en dan kunnen we je boek gaan plaatsen.
Hartelijke groet,
Carin

Toch leuk dat het er nu van komt. Wordt vervolgd.

zaterdag 29 september 2012



 

Ter info:
Op 27 sep 2012, om 08:04 heeft Ellen Smal het volgende geschreven:
Hallo Carin en Maurice,
Zijn er al vorderingen te melden wat betreft het I-pad-avontuur?
Is er al behoefte aan een synops van mijn kant?
Mijn vrienden vragen me er regelmatig naar, vandaar dat ik toch maar aan de bel trek, ook al realiseer ik me dat jullie meer te doen hebben.Fijne dag verder!
Ellen Smal
Hallo Ellen,

Wij blijven maar aanlopen tegen de Amerikaanse belastingdienst. We hebben nu een aantal keren contact gehad
in de avond, maar dan bedraagt de wachttijd minstens een half uur, dat werkt dus niet.
Ik zal trachten een collega te vinden die dit al heeft geregeld om te horen hoe zij het hebben gedaan.
Ik hoop daar volgende week op terug te komen. Want ik merk dat veel schrijvers hierin interesse hebben.
Wij willen dit dus heel graag organiseren.
Wordt vervolgd.
groet,
Carin

 






 

woensdag 5 september 2012

Spiegeltje spiegeltje

"Een boek is als een spiegel, als een aap er in kijkt, kijkt er geen apostel terug."
citaat van Georg Christoph Lichtenberg. Kreeg ik aangereikt bij het Schrijfcafé.
Denk daar maar eens over na was de boodschap voor mij.

dinsdag 4 september 2012

Zolang er leven is

Zolang er leven is

is de titel van een van de boeken van Renate Dorrestein. Ik was heel verrast toen ik dat boekje thuisgestuurd kreeg via haar Nieuwsbrief. Misschien hielp het dat ik erbij vermeldde dat er een lezer was van de Kat en de dominee die vond dat sommige passages haar herinnerden aan het werk van Renate. Dat zou kunnen kloppen, want ik lees haar boeken graag.
En de titel klopt ook voor mij in deze fase van mijn (schrijvers-)leven. Gisteren een workshop creatief schrijven gevolgd in het schrijfcafé bij ons in de wijk. Erg inspirerend, want je leert dat je kunt schrijven vanuit een heel andere bron dan je brein, het gaat meer om associatief en zonder intellectuele remmingen 'stromen'. Ik probeer dit zo neutraal mogelijk te laten klinken en zo weinig mogelijk wollig, want daar ben ik toch wel enigszins allergisch voor. Maar het werkt wel om jezelf niet al te veel beperkingen op te leggen en gewoon maar te gaan. En wat mij betreft zou daar dan weer een verhaal uit kunnen voortkomen waar ik dan wel aan ga slijpen zodat het verteerbaar wordt voor de gemiddelde lezer. Bestaat die trouwens wel, de gemiddelde lezer?
Andere reacties op de Kat: 'waar haal je met jouw achtergrond die bijbelse taal vandaan?' en: 'spannend en ontroerend'. Er zijn ook mensen die beleefd hun mond houden...wat zou dat betekenen?

zondag 29 juli 2012

een i-book?


Hier ben ik weer, dachten jullie net van me af te zijn, maar nee hoor.
Ik had zoveel mogelijk mensen gemaild over mijn besluit om niet verder te gaan met een tocht langs uitgevers, ook degene met wie ik het eerst in zee was gegaan, Carin Wormsbecher van drukkerij Wedding. Zij reageerde met een verhaal over de mogelijkheid toch nog iets te doen met het manuscript, en wel via Apple. Ik begrijp er natuurlijk maar de helft van. Het komt er op neer dat zij mijn boek niet in druk gaat distribueren, maar via Apple. Mensen met een i-Pad kunnen dan zo’n bestand downloaden tegen een in dit geval gering bedrag. Dat lage bedrag is een belangrijk gegeven, dat zou maken dat mensen het gemakkelijk meepakken als ze toch al boeken op zo’n i-Pad laden. Degene die ze had gesproken had op zo’n manier een onbekend boek van een nog onbekendere schrijver heel vaak verkocht, en vele kleine bedragen maken een groter bedrag dan je misschien voor mogelijk houdt.
Het gaat dan via i-Tunes, dat is de online winkel, en je koopt dan een i-book, dat is de extensie. Goed he, dat ik dit zo maar kan uitleggen. Het wordt dan dus geen e-book, dat is een ander verhaal. Afijn, Carin en haar medewerker Maurice Brinkman gaan er mee aan de gang.
Hetty Houwen, die ik gevraagd had een tekening voor de omslag te maken, zal dat nu zo aanpassen dat het bruikbaar wordt voor de online uitgave. Tjonge jonge. De omslag en de korte inhoud zijn belangrijke factoren. Die korte inhoud moet een teaser zijn. Dat valt nog niet mee hoor, om iets te schrijven wat nieuwsgierig maakt maar niet te veel prijsgeeft.

donderdag 19 juli 2012

Bericht van de uitgever

Zoals ik al wel verwachtte, de uitgever gaat mijn manuscript niet gebruiken.
"De redactie heeft met belangstelling uw manuscript De kat en de dominee gelezen. Helaas zullen we het manuscript niet gaan uitgeven. Het ontbreekt ons aan tijd om deze afwijzing inhoudelijk toe te lichten."
Omdat ik er al niet veel fiducie in had kwam het niet als een verrassing, maar het betekent wel dat ik aan het heroverwegen ben geslagen. Gerard van Emmerik reageerde aldus:
"He, wat jammer! Ik hoorde van Ingrid Baal positieve verhalen over je manuscript, althans, het deel dat ze gelezen had. Maar er zijn meer uitgeverijen, niet meteen de moed opgeven!"
Grapjas. Dat ga ik dus echt niet doen, verder leuren. Bij mijn heroverweging merkte ik dat ik het hele project als geslaagd beschouw omdat ik veel geleerd heb van de op- en aanmerkingen van mijn redacteur Roelie Koobs. En niet te vergeten van de lessen van Gerard. Ik blijf echt wel schrijven, ik heb me op de korte en hele korte verhalen gestort.
Er zijn schrijfwedstrijden die me uitdagen iets neer te zetten in vijfhonderd woorden, soms duizend, en daar heb ik veel lol in. Wat ik nu met die kat en die dominee wil doen is het volgende: ik mail iedereen die belangstelling heeft getoond, en bied aan om het manuscript op te sturen aan degene die dat wil. Kunnen jullie het zelf toch nog  lezen, en er hopelijk plezier aan beleven. Wat mij betreft: ik heb het ook heel inspirerend gevonden om deze blog bij te houden en de reacties maakten het ook boeiend voor me. Maar aan alles komt een eind. Iedereen hartelijk bedankt tot zover, en wat mij betreft tot ziens!

zondag 8 juli 2012

Mijn verhaal staat in een boek



Ja, echt waar, in het boek Zomertijd #2 staat een verhaal van mijn hand. Uitgever Jaylen Books.
Op de binnenpagina staat: 'Er is vluchtig door een corrector naar de verhalen gekeken, maar de rest is gebleven zoals de auteurs het hebben aangeleverd.'
Nou, vluchtig kun je wel zeggen. Er staan taal- en drukfouten in, en eerlijk gezegd is het gehalte van de verhalen in mijn ogen niet erg verheffend . Maar goed, als ik die verhalen lees, leerzaam is het wel. En ik sta nog steeds achter mijn eigen verhaal. Dat is zeker leerzaam.
Ik las in de Esta van 30/3/2012 ( meegepikt uit het ziekenhuis) een artikel over Peter Buwalda. Hij zegt o.a.: "Zo, en is het bijna af?"vroegen mijn ouders de eerste kerst. Het hele jaar had ik ze niet gezien. Deze vraag heb ik drie jaar lang tijdens de kerstdagen moeten beantwoorden. Op het laatst durfden ze het niet meer te vragen."
Herkenbaar. Ik hoop de laatste tijd dat mensen mijn a.s. boek vergeten, want die uitgever laat op zich wachten. Intussen schrijf ik vrolijk door en reageer op praktisch iedere uitdaging van een schrijfwedstrijd. (Geen SF.) er zijn zelfs mensen- dank je wel- die me attenderen op weer een wedstrijd. Zo blijf ik alert. En verder is het afwachten geblazen.

donderdag 28 juni 2012

Beter mens door boeken?

Ik had een leuk mopje uit de Volkskrant, maar helaas kan ik het zelf niet op de blog krijgen, wie weet krijg ik nog een keer een huisgenoot zo ver om het voor me te doen.
Van de kunstredactie kwam nog een bericht dat je een beter mens wordt door boeken. In Brazilie komen criminelen in aanmerking voor strafvermindering als ze boeken lezen. Na het lezen van twaalf boeken kan er maximaal 48 dagen strafverkorting volgen. Er wordt wel een afsluitend essay verwacht waarbij gelet wordt op foutloze spelling en algemene leesbaarheid van de tekst. De boeken mogen literair zijn, filosofisch of wetenschappelijk. Hoe kom je er op?
Inmiddels was de huisgenoot zo ver en staat het mopje hiernaast. Ik sprak Carin Wormsbecher van 1 Miljoen Boeken, zij is er van overtuigd dat boeken in eigen beheer uitgegeven niet zo hoeven te eindigen als in deze mop.
We zullen zien...

maandag 4 juni 2012

Wachten...



Het boek van Buwalda heb ik uit, we gaan het a.s. donderdag in mijn boekenclub bespreken.
Ik had van verschillende mensen gehoord dat ze niet enthousiast waren, nou, ik heb het in een adem uitgelezen, ik vond het origineel, goed geschreven en met veel mooie originele metaforen.
En dat voor een debuut! Tjonge. Op vakantie heb ik ook twee boeken van Renate Dorrestein (her-)lezen, ik houd ook van haar stijl, en haar onderwerpen en manier van schrijven zijn zo herkenbaar haar stijl, dat vind ik ook knap. Maar goed, ik moet dus nog een paar maanden wachten voor ik wat hoor van die uitgever. Inmiddels heb ik een verhaal geschreven over een jongetje uit Bonaire dat naar Zwitserland gaat, of had ik dat al verteld? En verder schrijf ik voor mijn eigen lol korte verhalen, zal ik er hier eentje plaatsen? dan hebben jullie toch wat en wordt het wachten iets bekort.

Sneeuwwitje.

Het raam is professioneel gezeemd. Zelfs in het kleine straaltje zonlicht dat de kamer binnenvalt zie ik geen strepen op het glas. Het vertrek lijkt op de wachtruimte van een station, de laatste trein is nog net niet vertrokken. Het is onwerkelijk stil. We zitten een stukje uit elkaar op een redelijk comfortabele stoel en staren voor ons uit. Je kunt niet om het glas heen, waar je ook kijkt, je blik wordt er door getrokken. Het lijkt op het glazen kistje van Sneeuwwitje, maar dan groter. De kist staat achter het raam, er ligt een man in. De vrouw van mijn vader opent dit toneelstuk, haar magnum opus.
"Pedro, mi amor, mi Pedro, ai ai ai," ze valt nog net niet om en haar zwaar beringde handen worden tegen het raam gedrukt, langzaam glijden ze af langs het glas. Het lijkt alsof die handjes voor mijn ogen in een vettige substantie veranderen die naar beneden druipt. Haar parfum vult de ruimte.
Het zonlicht glijdt onverbiddelijk over haar gezicht. Tragisch. Ze zakt langzaam in elkaar, haar knieen knikken opzichtig en ze wacht net lang genoeg om haar dochter in staat te stellen haar op te vangen. Zo hoeft ze niet serieus op de grond te eindigen en haar mooie kleren te bezoedelen. De vloer is onwerkelijk schoon, net als het glas, dus de kans dat je hier vuil wordt is klein, maar toch. Gesteund door haar dochter Angelines en haar ontroerend verlegen schoonzoon bereikt ze haar stoel, die strategisch is opgesteld tussen de deur en de figuranten die wij zijn.

Ik kijk naar Angelines. Ze doet haar naam eer aan en is de enige die werkelijk verdriet lijkt te hebben. Haar moeder is druk in de weer met een prachtig geborduurd zakdoekje. Ze repeteert voor de laatste akte. Aan haar zal het niet liggen, dit wordt de mooiste schijnvertoning ooit. Als de eerste bezoeker ons heiligdom binnenkomt leeft ze op. Hij is een van de figuranten, keurig in het pak dat hij waarschijnlijk ook bij zijn huwelijk droeg. Hier breng je een goed pak niet zo maar naar de lommerd, al is het een beetje te groot geworden voor zijn magere gestalte. Plichtsgetrouw staat de man even stil voor het glas. Hij heeft zijn pet afgenomen en staat stram en onwennig in de houding. Toch, gezien zijn leeftijd moet hij hier vaker zijn geweest. Langzaam draait hij zich om naar de hoofdrolspeelster.
"Te condole, que triste," mompelt hij. Maar zo gemakkelijk komt hij er niet af, de rechtmatige echtgenote van de man achter het glas grijpt zijn hand en stort nieuwe tranen. Bevallig veegt zij ze met het zakdoekje weg, daarbij vermijdt ze zorgvuldig de oogmake-up die haar dochter bij haar heeft aangebracht.
"Su hija está aqui", en met een priemende wijsvinger wordt naar de dochter uit Holland gewezen. Die dochter ben ik. Mijn moeder was de eerste echtgenote van de man achter het glas. Verschrikt kijkt deze eerste gast in het toneelstuk naar mij. Ik speel mijn rol niet erg goed, gisteren werd mijn echtgenoot nog gevraagd of ik wel gehuild had.
"Ja hoor", zei die goeierd. Alle nieuw binnengekomen gasten moeten langs het hier onbekende familielid. Mijn Spaans is niet toereikend, dus ik knik maar wat als ze me een hand geven.
De katholieke dienst die wat later volgt is er een uit het boekje. Uit wat ik opvang wordt duidelijk dat de man die voor in de kerk staat mijn vader volstrekt niet heeft gekend.

Is dat erg? Welnee, mijn vader was de laatste die zich iets aantrok van verplichte nummers. Ik zie hem voor me, zijn gezicht half verborgen in een boek, het aan mijn moeder overlatend om de koffievisite te vermaken. Hij verveelde zich snel, en dan was hij onverbiddelijk. Gasten of niet, hij ging zitten lezen. Op hun huwelijksreis naar Uddel zat zijn kersverse echtgenote achterin de voor die speciale gelegenheid gehuurde auto. Zijn moeder zat voorin naast hem. Onconventioneel, dat wel, je moeder meenemen op je huwelijksreis. Dat was mijn vader. Het huwelijk heeft niet lang stand gehouden. Ik hoor hem lachen. Hij verstaat vast en zeker wat er gezegd wordt bij zijn uitvaart.
"Eso es", en "Claro que si," dat zou zijn samenvattende commentaar geweest zijn.
Later zoek ik samen met Angelines een plekje uit voor de urn. Ik ben de reuzin naast een bevallig elfje. De nis waarin de urn komt te staan mag niet hoog zijn, want ik vermoed dat zij er vaker heen zal gaan dan ik. De zon brandt ongenadig als we langs de urnenwand lopen. Er vliegen zo’n twintig ooievaars over. Bloemenkransen geven een onwerkelijk zoete geur af, het maakt dat de bloemen onecht lijken. De plastic tuiltjes zijn de rekwisieten die de couleur locale perfect weergeven. Angelines houdt mijn hand vast, haar hand is warm en vochtig.

De vrouw van mijn vader is intussen herrezen uit haar immense droefenis. Ze kan weer eten. Ze veegt haar vette lippen af, waarbij het lippenrood voor een deel wordt mee geveegd, en kijkt mijn kant uit. Het toneelstuk is nog niet helemaal afgelopen, de gordijnen zijn nog niet met zacht geruis gevallen. "Hija, como está?"
Bien, gracias, met mij gaat het goed, dank u. De gordijnen kunnen dicht.

 

vrijdag 4 mei 2012

10 %

Joost Nijsen, uitgever bij Podium, schreef zelf een boek. Uit het interview in de Volkskrant van 1 mei 2012: 'Beveelt u het schrijverschap aan?'
'Dat ligt er aan...ik beveel het schrijven wel aan als het een innerlijke drijfveer is. Als je 's nachts wakker ligt van een verhaal'...'de gemiddelde schrijver verdient 3.500 euro aan zijn roman.'
Dat wil zeggen; als het boek 18,50 euro kost in de winkel. De schrijver krijgt 10 % als royalty, de uitgever houdt dat er ook aan over, na aftrek van de kosten voor productie en distributie.

Over de manuscripten die een uitgever ontvangt:
'Het belangrijkste thema in de ongevraagde manuscriptenstapel is leed. Mensen schrijven om leed te verwerken en denken dat het drama ook voor anderen interessant is. Dat is het alleen als je het heel goed opschrijft, door als regisseur boven je eigen leed te gaan staan.'

Juist ja. Ik ben begonnen aan Bonita Avenue van Peter Buwalda. Kijken hoeveel leed daarin verwerkt is. En of ik mezelf voldoende kan concentreren om de bladzijden niet alleen maar te scannen, maar ook echt te lezen. Het is wel een erg dik boek. De kat en de dominee lees je sneller uit straks, als het ooit nog zover komt. Zie de blog hiervoor of hierna, want dit was een concept, en ik weet nu niet hoe de volgorde gaat worden als ik nu op 'publiceren' druk.
Briefwisseling 

Geachte Ellen Smal,

 Hartelijk dank voor uw manuscript De kat en de dominee dat wij in goede orde hebben ontvangen.
We zullen uw manuscript zorgvuldig lezen en beoordelen dus houd er rekening mee dat dit enkele maanden kan duren. Indien u geen gefrankeerde retourenvelop heeft meegestuurd, wordt uw manuscript na een eventuele afwijzing door ons discreet vernietigd. Indien u na afwijzing toch prijs stelt op het retourneren van uw manuscript, kunt u alsnog een gefrankeerde retourenvelop nazenden.
Met vriendelijke groet,
Laurens Molegraaf
Uitgeverij Cossee.

Mijn antwoord: 
 
Vooral dat dit laatste discreet gebeurt vind ik mooi. Tjonge, op enkele maanden had ik niet gerekend, maar het zij zo. Ik zal de volgers van mijn blog op de hoogte brengen dat ze nog even geduld moeten hebben...
met vriendelijke groet,
Ellen Smal

En nu maar wachten.

dinsdag 1 mei 2012

Noodsignaal uit het reservaat.

Dat was de kop boven een artikel dat vandaag in de Trouw stond. Het gaat over het boek 'Het geluk van de kunst' van Marc Reugebrink, over het huidige Landschap de Letteren. De grote boosdoener is volgens hem de marktwerking.
"Het liefst hebben tv-programma's een schrijver die óf goed in oneliners kan praten, óf juist helemaal niet vlot is, een type dat eerder een beetje gek is. Nog mooier is het als je er als vrouwelijke auteur ook nog lekker uitziet."en: "Maar ik verzet me tegen de monocultuur die boekverkopers momenteel aan het creeren zijn...een monocultuur waarbij het socialistisch realisme uit de tijd van de Sovjet-Unie nog een wonder van diversiteit was."
Ik herken dat wel. Iedereen heeft het, ook in boekenclubs, alleen maar over de boeken die een hype zijn. Die moet je lezen. Dat geeft weinig hoop aan een debutantje zoals ik.
Dan lees ik weer wat je allemaal moet doen om je boek onder de aandacht te krijgen als je in eigen beheer iets uitgeeft. 'Boekpromotie in eigen beheer', een artikel in Schrijven Magazine no.2 van dit jaar.
Ja, dan moet je echt een marketeer zijn, en gaat het niet meer om de kwaliteit van je werk, maar om je kwaliteit als verkoper. Laat dat nou mijn ergste nachtmerrie zijn, dat ik word gedwongen om langs de deuren te gaan als een soort marskramer. Als er iets is wat me niet ligt.
Afijn, niet getreurd. Het manuscript is opgestuurd, met begeleidende brief. Oh ja, vergeet mijn korte beschrijving van een vorige blog. Nu is het:

Korte inhoud:
Een gesloten gemeenschap, eenzaamheid en twee vrouwen met verrassende geheimen.
De dominee in de titel is een man die een crisis doormaakt omdat zijn gevoel en zijn geweten ernstig botsen. Zijn vrouw leeft alleen voor haar kat. De andere vrouw is de inwonende moeder van de echtgenote van de dominee.
Een ongewoon verhaal met een onverwachte ontknoping.

woensdag 25 april 2012

Een uitgever aangeschreven...

Ja ja, ik heb het aangedurfd, tjonge wat een lef. Ik heb de uitgeverij Eva Cossée aangeschreven met een verzoek om me te laten weten of ze eventueel heel misschien geinteresseerd zouden zijn in mijn verhaal. En dat heb ik gedaan omdat Gerard het me aanraadde, en omdat Ingrid Baal, de redacteur die hij me ook aanraadde niet al te negatief was over wat ze gelezen heeft.
Zij schreef mij:
'Op grond van de bladzijden die ik heb gelezen en de door mij voorgestelde verbeteringen kan je zeker een uitgever zoeken. Het was een genoegen om het fragment te lezen. Het verhaal is origineel en verrassend. Je rustige, mededelende stijl, werkt mooi contrasterend met de intrigerende personages. De toon is prettig beheerst. De titel is uitnodigend en maakt de lezer nieuwsgierig naar de relatie tussen kat en dominee.'
Dat brengt me op het volgende. Niemand weet nog waar dat boek nou eigenlijk over gaat.
Ik heb een synopsis geschreven. Ik hoop dat het intrigerend genoeg is, en niet al te veel prijs geeft.
Dit zou op de achterkant kunnen staan: Titel: De kat en de dominee.


 Synopsis:
Dit verhaal is een verhaal over geloof en wat (geloofs)overtuigingen teweeg kunnen brengen. De hoofdpersonen voelen zich alleen en hebben ieder voor zich moeite om met hun geheimen te leven. Er speelt een relatie die veel schuldgevoel oproept.
Een van de hoofdpersonen lijkt een vorm van autisme te hebben. Voor de één is er een ‘coming out’, voor de ander blijkt de dood een oplossing.

Nou, of dit nou een aanmoediging is om te gaan lezen?  Ik kan in elk geval beloven dat het een spannend verhaal is met verrassende hoofdpersonen, in elk geval zijn de geheimen van drie van de vier niet alledaags.
En de tekenares die ik heb aangezocht voor de omslag is druk bezig. Wordt vervolgd.

dinsdag 24 april 2012

terug van weggeweest

Maar ik heb weer niet stil gezeten, dat schrijven blijft aan me vreten...
Eerst een leuk berichtje, voor mij leuk in elk geval:
Ik heb me kostelijk vermaakt met het prachtige verslag van Ellen. Ik heb de familie intro even overgeslagen maar ga die zeker ook lezen omdat ze zo geweldig lekker schrijft en zo herkenbaar.
Dank voor dit juweeltje.
Liefs
Stichting Commundo
Yolande van Wijk

 
Dit gaat over mijn verslag van de Surinamereis, en over het verhaal van de zoektocht naar herinneringen uit mijn jeugd die te maken hebben met mijn Creoolse achtergrond, was erg leuk om te doen trouwens, heel wat anders dan een boek proberen te schrijven,  dit geheel terzijde.
Ik hoop trouwens dat het niet verkeerd is om de naam van de schrijfster van dit vleiende berichtje hier te vermelden, maar anders denken jullie misschien dat ik het verzin.
 
Hallo Ellen,

Toen ik net even googlede op freewriting kwam ik je blog tegen, heel bijzonder want het interview dat je las in het Straatnieuws was met mij! Erg bijzonder om te lezen dat het je inspireerde. Ik ben benieuwd of je inmiddels al wat verder bent gekomen met schrijven. Ook al lijkt alsof het schrijven me allemaal makkelijk af gaat, het kost me soms nog steeds erg veel moeite om te beginnen. Ik zou je willen aanraden om het boek: 'Zin, lust in je leven door schrijven' van Geertje Couwenbergh te lezen met daarbij wellicht als achtergrond 'Het naakte schrijven' van Nirav Christophe. De eerste is inmiddels een vriendin van me geworden, over de tweede schrijf ik op dit moment mijn scriptie. Wellicht ook interessant voor jou! Tot slot vroeg ik me af of je het leuk zou vinden om straks, wanneer de datum bekend is, ook naar mijn schrijfevenement te komen, wellicht kun je daar nog meer nieuwe ideeën opdoen!
Groet, Laura

Dit is ook niet verzonnen, zat zo maar in mijn mailbox. Leuk die reacties!


 

vrijdag 6 april 2012

Toch een uitgever zoeken?

Gisteren was de laatste bijeenkomst van de groep aspirantschrijvers en onze schrijfcoach Gerard van Emmerik. Die hielden we in het Dolfinarium, erg  leuk. Het riep herinneringen op aan de tijd dat ik daar wekelijks een uurtje met Nina doorbracht, bij voorkeur in de draaimolen en in het ballenbad. Toch hadden de dolfijnen ook aantrekkingskracht. En later ben ik er met Ingel ook een paar keer geweest.
Maar nu werd ik voor een dilemma geplaatst. Ik vertelde dat ik 'klaar' was met mijn boek, en van plan ben het zelf uit te geven. Gerard raade mij dat af. Hij zei dat uitgevers je niet zien staan bij een volgend boek  als je eerder zelf aan het produceren bent geslagen. Het is maar de vraag of ik nog een keer een poging ga wagen een boek te schrijven, maar dat terzijde. En misschien ben ik ook wel diep van binnen bang voor afwijzingen van eventuele uitgevers. Net of die op mij zitten te wachten. Gerard noemde toen iemand, die haar mening zou kunnen geven over de haalbaarheid van het eventueel 'echt' uitgeven van het geheel.
Ik denk dat ik dat in elk geval toch maar doe. En mocht haar oordeel negatief uitvallen, niet getreurd, dan geef ik het alsnog zelf uit en lezen alleen vrienden en bekenden het. So what.
Ik wil er in elk geval een feest aan verbinden. Hoera!

donderdag 29 maart 2012

Het is volbracht!

Af, het boek is af! Mijn redacteur en ik zijn er klaar mee. Van de week was ik bij een bijeenkomst in Nijkerk met de schrijfster Jessica Durlacher, niet de minste dus, en die had het over de vijftigste keer dat ze met haar redacteur aan de tekst aan het schaven was...ik moet er niet aan denken. Maar ja, zij is prof, ik ben amateur en dat wil ik graag zo houden. Ik vind dat ik erg mijn best heb gedaan om er iets van te maken. En dan is genoeg ook genoeg. Nou zijn we er nog niet natuurlijk: nu komt de drukker/uitgever in beeld en moet ik van haar horen wat we moeten doen om het zo aan te leveren dat zij er mee uit de voeten kan. En als het dan eindelijk gedrukt is, komt er een groot feest en een presentatie waarbij ik iedereen nu al van harte uitnodig. Drank en hapjes en jolijt zullen er zijn, en je kunt ook al intekenen op een exemplaar, uiteraard met een handtekening en boodschap van de schrijver herself er in. Komt dat zien. Dus het gaat er dan toch van komen, dit jaar nog is het zover (hoop ik). Intussen houd ik me onledig met het schrijven van allerlei griezelige korte verhalen, ook leuk hoor.
Nu ben ik in elk geval in hoera-stemming. HOERA

woensdag 14 maart 2012

Druk druk druk

Ja, het is waar wat ze zeggen, je krijgt het alleen maar drukker als je niet meer 'werkt'.
Maar toch vind ik wel tijd om aan het project boek te werken. In de opdracht die Gerard van Emmerik voor me schreef in zijn boek 'De kippenjongen' staat: "Voor Ellen, die nu ook in de winkel moet gaan liggen!" Nou, dat is misschien wat hoog gegrepen, maar er worden zeker een aantal exemplaren gedrukt straks, als er tegen die tijd nog liefhebbers zijn . Ik weet niet of Gerard naar het Boekenbal gaat als erkende schrijver, maar ik lees in de Trouw van 14 maart dat je je vrienden niet onder schrijvers moet zoeken(?). Dit in het kader van het thema van de boekenweek: Verkeerde vrienden.
'Wat maakt een schrijver een schrijver?' is de levensgrote kop boven een artikel waarin vier literaire experts (hoe word je dat?) filosoferen over de aard van de ware schrijver. Een uitspraak: "De beste schrijvers scheppen hun eigen kader en publiek; ze zijn goed van zichzelf."Dat laatste wordt dan weer tegengesproken, schrijven is een ambacht en je kunt wel degelijk leren beter te schrijven.
"Het mooiste- en het meest veelbelovend- is het als een auteur het redactiecommentaar in eerste instantie naast zich neerlegt, zijn werk heilig beschermt".
Dat is ook wat diverse volgers van mijn blog mij voorhouden: het is jouw werk, en laat je niets opdringen. Tja. Ik ga er van uit dat mijn redacteur en leraar van de schrijfcursus me toch wel iets kunnen leren. Toch niet eigenwijs genoeg dan?

dinsdag 6 maart 2012

Verkeerde vrienden

 Op verzoek:

Verkeerde vrienden.
Koffie verkeerd.

 “Nog zo’n bakkie, schatje?”
Mijn grote vriend kijkt me aan met zijn mooie, zwarte ogen. Ik voel mezelf wegglijden in de zachte, kleverige wolk van zoet en bitter tegelijk. Met moeite til ik mijn hoofd een eindje op.Ik slik en ik knik. Ja. Hij brengt het kopje naar mijn mond en opent zachtjes mijn lippen, druppelt het hete vocht naar binnen. Het is warm in de kamer, ik voel het zweet met de koffie in mijn mond lekken. Zijn handen strelen mijn haar. Ik draai mijn hoofd weg, en zijn handen gaan verder, langs mijn keel glijden ze naar beneden.
"Heel stil liggen, hoor."
Even later voel ik handen die langs de binnenkant van mijn benen omhoog gaan, de mooie zomerjurk met de rode bloemen die mama heeft gemaakt kruipt omhoog.
Het kriebelt en ik moet even trappelen.
“Au, verdomme,” vloekt hij.

 Het is nog vroeg als de bel gaat. Ik inspecteer mezelf snel in de spiegel op de gang.
 Ja, perfect. Ik doe de deur open en daar staat hij, in volle glorie.
 Kus, kus. “Kom gauw binnen, je koffie staat al klaar.”
Als hij op mijn bankje zit, dat ik voor de gelegenheid met rood velours heb overtrokken, reik ik hem de koffie aan. Precies zoals hij hem graag heeft, sterk, zoet en heet.
De muziek die ik heb uitgezocht is goed, een lekkere zwoele stem heeft die meid.
Ik kijk toe hoe hij na een paar slokken koffie met zijn ogen begint te draaien.
Langzaam zakt hij een beetje onderuit. Mooi zo. Hij heeft het warm, ik heb de kachel dan ook flink opgestookt.
“Heb je het warm schat? Ik help je wel even.”
Ik sta op, en maak de knoopjes van zijn overhemd los. Dat verdomde borsthaar krult naar buiten. Dan open ik het knoopje van zijn broek en trek aan de rits, dat kost wat meer moeite. Ik neurie zachtjes mee met de muziek: ‘The gentleman is a dope…’
Hij heeft zijn ogen dicht, hij ademt zwaar.
“Ja ja man, even geduld.”
Ik wacht even en ik zie dat hij echt van de wereld is.Wat ligt zijn ding daar klein en weerloos tussen die krulhaartjes. Ik open mijn zakmesje en kroel er een beetje in rond. Zal ik dan maar? Ik begin met een klein sneetje aan de top, het bloedt flink. Ik ruik de zoete, metalige geur van vers bloed en berg mijn mesje op. Ik begin te trekken aan dat zware lichaam. Hij moet van die bank af, de buitenlucht in. Als ik eindelijk bij de voordeur ben heb ik het ook warm. Ik doe de deur open en sleep hem de koude nacht in. Een beetje afkoelen kan geen kwaad. Deur dicht, licht uit. In de keuken zet ik het koffieapparaat uit. Het is al met al best laat geworden.

maandag 5 maart 2012

Een maand later

Ik ben er even tussenuit geweest en heb niet veel kunnen werken aan mijn continuing story over het schrijven van een roman, of misschien wel novelle (lees de reactie van een HAVO-scholier op het stukje freewriting). Inmiddels heb ik me geabonneerd op het blad Schrijven, en me aangemeld voor de rubriek 'iedereen kan schrijven'. Als reactie kreeg ik terug: 'Ik krijg veel aanmeldingen voor de rubriek Iedereen kan schrijven. Ik stop alle inzendingen in een mapje en voor elk nummer kijk ik welke het beste bij het nummer past. Ik heb net even op uw blog gekeken en ik vind het een mooie mix van fragmenten, citaten en observaties die met schrijven te maken hebben.'
Nou, dat is dan in elk geval winst, zijn commentaar op de blog. Misschien doe ik al die blogverhalen wel achteraan als appendix als het geheel eindelijk klaar is om gedrukt te worden.
Ik heb ook meegedaan aan een wedstrijd voor Opium, het moest een verhaal zijn van max. 500 woorden, en het moest de titel: 'Verkeerde vrienden' hebben. Vinden jullie het leuk om het een keer te lezen, dan zet ik het gewoon hier op. Volgens mijn redacteur ( ik zou bijna zeggen: mijn goeroe) heb ik wellicht meer aanleg voor korte verhalen dan voor romanschrijven...lekker is dat!

woensdag 8 februari 2012

Freewriting

In de Straatkrant van regio Utrecht staat een interview met een studente Literatuurwetenschap.
Ze kwam in aanraking met het fenomeen 'freewriting', waarbij je tien tot vijftien minuten je pen niet van het papier haalt en alleen maar blijft schrijven. "Ineens wordt het dan heel spannend wat er uitkomt.
Het is meer dan een schrijfoefening, het is een manier van leven," zegt ze.
"Door mijn studie ben ik een beetje terughoudend geworden met schrijven, want alles moet wetenschappelijk en goed zijn."
Dat is ook wel wat ik soms ervaar, en waar sommigen van de lezers van dit blog bang voor waren.
Een notitie van mijn redacteur:
 'Er zijn speciale boeken geschreven over het dagelijkse leven in Nederland in bepaalde jaren. Ik herinner me een boek over de jaren 50 met veel foto’s waarin werd beschreven hoe de vrouwen het huishouden deden (met welke hulpmiddelen), wat de mode was, hoe de interieurs er uit zagen, etc.
Het vergt wat onderzoek, maar geeft ook veel plezier.
Hier ligt nog wel een stukje werk op je te wachten; niet alleen voor dit hoofdstuk, maar voor het hele boek. Je zou een bepaald jaar moeten kiezen en daar dan alles omheen bouwen. Als die kermisknuffel er niet uit mag, dan moet alles later spelen, maar dan wel overtuigd en in één periode!
Je zou ook eens naar een echt orthodoxe dienst kunnen gaan om de sfeer te proeven. Er zit een klein streng kerkje tegenover fietsenwinkel Schraverus, is dat niet aan de korte Hogeweg? Volgens mij is die kerk van de richting ‘Oud Gereformeerd Nederland’. Je moet dan wel een lange rok aan (donkere kleur) en een hoedje op, anders wordt je de kerk uit gekeken J. Die richting komt overeen met Staphorst.'
Ja ja, nu begrijp ik waarom het zo lang duurt voor een boek op de markt komt!

donderdag 26 januari 2012

Een slechte dag voor het ego

is een goeie dag voor de ziel; uitspraak van M. Beckwith. Dat was voor vandaag de 'dagelijkse gedachte'.
In Psychologie Magazine van januari 2012 staat een interview met Tim Parks, schrijver.
"Taal is een gevaarlijk ding: het tilt je uit het hier en nu. Wie leest en schrijft, komt in een andere dimensie en vergeet zijn lichaam.Ik denk dat we taal veel te belangrijk hebben gemaakt in onze maatschappij.Taal kan niet eens een magere afspiegeling van de werkelijkheid zijn; de werkelijkheid is namelijk zoveel groter en complexer.Het was voor mij een grote bevrijding mijn geest vrij te maken van taal. Het eerste wat ik toen dacht, was: schrijven is niet goed voor me, ik stop ermee, ik ga in een berghut wonen en elke dag mediteren. Maar later besfte ik: nee, dan zou ik er weer te veel een drama van maken.
Ik blijf gewoon schrijven."
En: "Om iets geven en tegelijkertijd ook weer niet, dat is het belangrijkste wat je in dit leven kunt leren. Genieten van een prijs als je hem wint, maar ook beseffen dat je prima zonder kunt."
Iets om over na te denken...

vrijdag 20 januari 2012

Eerste deel doktersroman: wie schrijft deel twee?

ONRUST IN ST. PIETERSDAL



                                      Hartstocht en verraad in het ziekenhuis



                                                1. Een onaangename verrassing



Het is tijd voor de ronde van dr.Vaclav, de hartchirurg van het kleine streekziekenhuis in het oude vissersplaatsje H.

Dr.Vaclav glimlacht. Hij wast zijn handen aandachtig en kijkt met welgevallen naar zijn slanke vingers, die mannelijke kracht uitstralen, maar ook verrassend zacht en teder kunnen zijn. Achter hem staan de co-assistenten en het hoofd van de verpleging op hem te wachten. Dr. "Heartbrea­ker" glimlacht weer. Hij weet, dat hij zijn bijnaam waarmaakt. Alle vrouwelijke harten kloppen sneller als hij in de buurt is. Het is hem dan ook een waar genoegen om zijn ronde langs de ziekenhuisbedden te maken, met in zijn kielzog de co-assistenten die aan zijn lippen hangen, en op de zaal de vrouwelijke patiënten die hij zoveel vertrouwen inboezemt.

Zijn staalblauwe ogen zoeken die van de hoofdverpleegkundige, die verlegen bloost onder zijn blik.

"En, zuster Theresa, heeft u goed geslapen?", vraagt Vaclav, "u ziet er vandaag zo goed uit." De intieme ondertoon in zijn warme mannelijke stem ontgaat ook de co-assistenten niet. Zuster Theresa bloost wat dieper; nerveus klemt zij haar kleine handen samen. "Zeker, dokter", mompelt ze nauwelijks hoorbaar. Ze denkt aan de avond die ze gisteren samen hebben doorgebracht, en zou nog veel meer hebben willen zeggen. Eén van de vrouwelijke co-assistenten kan haar jaloezie niet voor zich houden. Bits zegt ze: "Gezellige avond gehad? Je was zeker niet alleen!". Ook zij heeft wel eens het genoegen gesmaakt om onze Heartbreaker een avond voor zich alleen te hebben, en ze weet dus waar ze het over heeft. "Dames, dames", glimlacht dr.Vaclav, "u weet, ik houd van jullie allemaal! Het doet me verdriet als u om mij kibbelt. Zullen we maar gaan?". Zijn prachtige blauwe ogen stralen ondeugend. En de vrouwen zuchten maar eens diep.

Dr.Vaclav recht zijn rug. Zijn rijzige gestalte is imponerend. Hij strijkt achteloos door zijn donker krullend haar, die krullen die voor vrouwen zo onweerstaanbaar zijn. In zijn krachtige kin zit een kuiltje. Zijn Tsjechische vader had precies zo'n kuiltje in z'n kin en ook die brede borst met een bescheiden hoeveelheid krullend borsthaar. Zijn smalle heupen zijn soepel en toch sterk en zijn lippen vol en goed doorbloed. Hij weet dat hij een reputatie als hartenbreker heeft hoog te houden. Dat hij wel eens wat slordig met de medische ethiek omspringt, wordt hem graag vergeven.

Als de kleine stoet zich in beweging zet op weg naar de afdeling, komt de hoofdverpleegkun­dige naast hem lopen. "Dr.Vaclav", fluistert ze, "weet u, dat u na deze ronde verwacht wordt bij onze directeur?". Dr.Vaclav fronst zijn prachtig gevormde wenkbrauwen. De verpleegkundige vervolgt: "Uw nieuwe collega is gearriveerd." Ach ja, dat is ook zo. Nu, dat varkentje zal hij straks wel even wassen. Hij is onbetwist leider van de groep chirurgen en wordt warm noch koud van een nieuwkomer. Met zijn charme windt hij ook de directeur om zijn vinger.

Een kwartier later klopt hij aan bij de directie. Zonder te wachten loopt hij door, zeer ingenomen met zichzelf en de rest van de wereld. Even kennismaken met de nieuwe collega en dan wacht de golfbaan. Het werk laat hij verder met een gerust hart aan zijn co-assistenten over.

Dan staat hij met een ruk stil. Zijn neusvleugels trillen als hij een tere jasmijngeur opvangt. Niet begrijpend staart hij naar het tweetal voor hem. Naast de directeur staat een vrouw. Haar witte jas kan haar zeer vrouwelijke vormen niet verhullen. Het blonde haar is in een wrong naar achteren getrokken, maar enkele speelse lokken hebben weten te ontsnappen. "Ach, Vaclav, ben je daar!", zegt de directeur vriendelijk. "Ik wilde je graag voorstellen aan dr.Beatrijs. Wij zijn heel blij dat zij bij ons wil komen werken, want zoals u weet is dr.Beatrijs een erkend en gewaardeerd specialist met een schat aan ervaring in het beroemde Academisch Ziekenhuis in Los Angeles".

Dr.Vaclav wankelt en sluit zijn ogen. Even weet hij niet meer waar hij is. Als in een film ziet hij zijn smadelijke aftocht uit het gerenommeerde hospitaal in Praag weer voor zich. Het was een vrouwelijke collega, die hem betrapte op een fout die zo ernstig was, dat een dodelijke afloop niet meer te vermijden was. Hij is door een diep dal gegaan. Niemand in het St. Pietersdal is hiervan op de hoogte. Moeizaam opent hij zijn ogen en kijkt naar de mooie vrouw voor hem; het zweet parelt op zijn voorhoofd. Betekent de komst van dr.Beatrijs het einde van zijn leiderschap? Zal hij zijn werk nog kunnen overlaten aan de co-assistenten, die zich door zijn overweldigende charme alles laten welgevallen? Zal zijn charme sterk genoeg blijken om deze vrouw, die zo mooi en competent is, ook voor zich te winnen? 


Estafette

We kregen een leuke opdracht deze keer: we schrijven elk een stukje aan een verhaal dat begint met de zin: "Ik moet je iets vertellen" zei hij.
De kunst is dan natuurlijk om niet te veel af te wijken in stijl, en je mag je voorganger aanspreken/bekritiseren op zijn of haar verhaal. Als je weet dat de deelnemers aan de cursus echt heel verschillend proza schrijven is dat nog een hele uitdaging. Ik ben benieuwd wat het wordt. Ooit heb ik zelf een poging gedaan om mensen zo gek te krijgen om een vervolg te schrijven op het eerste hoofdstuk van een doktersroman. Ik heb het zelfs opgestuurd naar de redactie van het orgaan van ons ziekenhuis, het St.Jansdal. Mijn verhaal speelde zich af in het St.Pietersdal. Maar mooi dat ze er niet op ingingen, het was niet serieus genoeg of zo. Jammer. Zal ik het alsnog hier plaatsen? misschien zegt één van mijn volgers wel: "Ja, ik schrijf ook een hoofdstuk." Ik zou dat fantastisch vinden...
Verder kreeg ik online het magazine 'Schrijven'. Met zes tips over hoe om te gaan met schrijversangst.
Leerzaam!
Wat betreft mijn boekje: tot en met hoofdstuk 10 is nu geredigeerd en nog eens door mij bekeken: ik denk dat die hoofdstukken nu wel af zijn.

woensdag 11 januari 2012

Niet de enige

Ik wist wel dat ik niet de enige in Nederland ben met de ambitie een boek(je) het licht te doen zien, maar dat het er zoveel waren...ik ben gelukkig vergeten hoe veel. Het stond laatst wel in één van de kranten die ik scan. Zo'n miljoen moeten het er zijn. Van iemand kreeg ik een artikel over schrijvers die beeldspraak tot kunst verheffen. Ene Stephan Enter schrijft bijvoorbeeld over tentakels van alcohol, en over een beekje dat als een mes naar de horizon schiet; ook heeft  iemand een zichzelf in de staart bijtende leeftijd.
Vooral dat laatste intrigeert me. Wat voor leeftijd zou dat zijn?
Verder vrat een trein zich in hoog tempo door het landschap, de rails gilden, vonken gutsten van de wielen. Nou nou, ik moet gauw eens kijken of ik ook wat metaforen kan invoegen in mijn werkje.
Morgenavond ga ik weer naar de cursus schrijven van Het Klooster, 'es kijken of ik nog iets meer kan opsteken over het schrijversmétier.

dinsdag 3 januari 2012

Commentaar van mijn redacteur

"Ik denk dat je het jezelf in zekere zin moeilijk hebt gemaakt met je boek
door er vrij veel liefdesscènes in te schrijven. Want die neigen snel naar
de kant van de Boeketreeks. Je komt als schrijver nu eenmaal vrij snel
terecht bij gemeenplaatsen als je erotiek beschrijft... Aan de andere kant
zijn er veel mensen die graag de Boeketreeks lezen, dus dat kan je ook
lezers opleveren. (Voor de Boeketliefhebbers zal de strijd van Jacob met
God echter wat te zwaar zijn, ben ik bang.)"

Kijk mensen, daar heb ik wat aan. En ik weet van één van mijn volgers dat hij geen bezwaar heeft tegen die 'liefdessenes.' Maar dat het heel moeilijk is om dat te beschrijven zonder ranzig te worden heb ik nu wel ervaren.

Nieuw Jaar

Tja, en toen was het 2012. Ik had al een beetje bedacht dat ik een mooi afscheidsbericht zou componeren, in de trant van: het was leuk, maar ik stop er mee. Dat wil zeggen: ik blijf knutselen aan het product, gewoon voor de oefening, maar ik betwijfel of ik het ooit laat drukken. Ik vind/vond het  niet goed genoeg, en teveel op een doktersroman lijken. Dus.
 Maar  de afgelopen weken heb ik enige afstand genomen, en na herlezing van de eerste hoofdstukken was ik toch weer niet al te negatief. Wat verwacht ik eigenlijk van mezelf? Ik ben op zijn best een amateur, en een debutant. Wat kan het me eigenlijk schelen? Als het ooit wordt gedrukt, en er zijn mensen die er plezier aan beleven, ook al is het een doktersroman, wat dan nog?
En zo zanik ik nog een tijdje door in mijn hoofd. Kortom, ik weet het niet.
Ik laat het een en ander maar een beetje op me afkomen.
Maar ik weet wel dat ik veel vrienden heb die me door dik en dun steunen, dat is heel veel waard.